Onder het genot van een blokje biologische kaas en een kop koffie voelen we ons erg welkom op het bedrijf van Jacob en zoon Feitze van der Hoek in Jirnsum. We zitten in een halve kring op een pakje stro en luisteren naar Jacob. We hebben net in de avondschemering een mooie ronde over het land van de van der Hoeks gelopen. Het was windstil en de Flekvieh koeien stonden rustig naar ons te kijken. Het gras staat er goed bij en er is veel klaver. Jacob is trots op zijn nieuwe (witte) betonnen koeienpaadje, waardoor hij geen last meer heeft van platgetreden modderige stukken. Daar geeft hij liever zijn geld aan uit dan aan grote machines zegt hij.
Zijn motivatie was toen vooral ingegeven door zijn ervaring als ontwikkelingswerker in Opper Volta. Hij zag dat het westen zijn overschotten in Afrika dumpte en wilde bij terugkomst niet een concurrent zijn van de kleine boeren elders op de wereld.
Terug in de schuur vertelt Jacob dat hij van de eerste generatie biologische boeren is die de melk als biologisch konden afzetten. Later kwamen er ook andere beweeg-redenen bij, zoals biodiversiteit en grondstoffen die op raken.
Feitze is opgegroeid op het bedrijf en kent eigenlijk niet anders. Hij werkt deels als docent, maar het bedrijf en de biologische manier van boeren past hem goed.
Jacob en Feitze zien nog veel nieuwe mogelijkheden voor biologisch of extensieve vormen van landbouw. Maar dan moeten we het samen doen, zeggen ze: ook de consument moet zijn gedrag aanpassen. De aanwezigen zijn het er over eens dat je niet alles van de markt kunt verwachten. De overheid zou veel meer moeten sturen, en verandering ook praktisch mogelijk moeten maken. En de bank heeft veel te veel in de melk te brokkelen. Boeren die het anders willen doen, of zelfs om willen schakelen, lopen tegen belemmeringen aan.
De aanwezigen hebben de indruk dat veel boeren best wel willen ‘ontschalen’ of extensiveren.
We leven mee met de boeren die nu in de problemen zitten. Boeren met schulden liggen misschien ’s avonds jankend in hun bed. Zowel de boeren als de koeien zouden gelukkiger zijn als zij de knop zouden omzetten! Maar we zijn het er over eens dat anderen ook aan de slag moeten, niet alleen de boeren. Om de consument te bereiken zul je met de mensen steeds in gesprek moeten blijven. We zien wel dat de groep die bewuster met zijn voedsel om wil gaan groter is geworden. Tot slot realiseren we ons dat wij als biologische boeren of boeren met belangstelling voor een andere manier van boeren, allemaal satellietjes zijn met een eigen (zich uitbreidend) netwerkje. En een mooie boodschap. Dat is in elk geval iets om op voort te borduren!